Ellecomse bomen hebben 'geen waarde'

Door onze rechtbankverslaggever

ARNHEM/ELLECOM - De veertien bomen waarvoor de eigenaar van schoonheidssalon Klein Bergsteyn aan de Selsweg in Ellecom een kapvergunning heeft gekregen, zijn voor de gemeente Rheden van geen enkele waarde. Er is de eigenaar zelfs geen herplantplicht opgelegd.

Dat betoogde gisteren vertegenwoordiger De Rooi van de gemeente Rheden bij de voorzieningenrechter in Arnhem. De gemeente was daar gedaagd door de stichting A7 die zich verzet tegen het kappen van een es, vijf esdoorns, vijf stuks hulst, een acacia, een cipres en een spar.

Volgens A7 vormen de te kappen bomen samen met de bomen aan de andere kant van de weg in 'het bosje van Mees' een poort van groen die zicht geeft op de aan het eind van de Selsweg gelegen lage landerijen. Een aantal van de bomen, voorzitter Mol van A7 noemde gisteren met name de tachtig jaar oude acacia en de hoogopgaande hulst, vindt de stichting te waardevol om zomaar te laten kappen.

De bomen maken volgens A7 deel uit van het historische, beeldbepalende groen in Ellecom en is de natuur- en landschappelijke waarde ervan groot, zo aan de rand van het dorp.

Maar volgens de gemeente is van dat al geen sprake. Het bosje van Mees, aan de andere kant van de weg en in eigendom en beheer bij de gemeente, is daarvoor te dominant. "Dat bepaalt het beeld zo erg, dat die paar bomen in de tuin van Selsweg 16 er helemaal niet toe doen. We hebben begrepen dat de eigenaar bomen terug wil planten, maar zelfs dat hebben wij hem niet verplicht", zo schetste de vertegenwoordiger van de gemeente het geringe belang dat daar aan de bomen wordt gehecht.

De officiële reden waarop de gemeente zich beroept, is het ontbreken van drie bepalende weigeringsgronden voor een kapvergunning: er is geen sprake van waarde voor stads- of dorpsschoon; geen beeldbepalende waarde en evenmin waarde voor de leefbaarheid. En dus is de vergunning verleend. De rechter doet vrijdagmiddag uitspraak.